(109)
V.
HEARING OF THE CASE IN CASSATION
LITERARY PROPERTY OF THE STATE. -- STATE PRINTING HOUSE. -- PUBLIC DOMAIN.
Whether the prohibition of reproduction, contained in the Act of 24 January 1817, does only apply to works originating from private Authors, or also to State Acts and other public State Documents? -- decided in the negative, reversing the judgment of the Court of Gelderland of 12 March 1840, which upheld the decision of the District Court of Tiel of 13th February 1840 before.
[...]
(109)
V.
BEHANDELING DER ZAAK IN CASSATIE.
LETTERKUNDIGE EIGENDOM VAN DEN STAAT. -- LANDS-DRUKKERIJ. -- DOMAINE PUBLIC.
Of het verbod van nadruk, in de wet van 24 Jan. 1817 vervat, alleen op werken, van particuliere Auteuren herkomstig, toepasselijk is, of ook op landswetten en andere openbare Staatsstukken? -- Ontkennend beslist, met vernietiging van het arrest van het Hof van Gelderland, van 12 Maart 1840, dat tot bevestiging strekte van het vonnis der Arr.-Regtbank van Tiel, van den 13 Februarij 1840 te voren.
Ter teregtzitting van den Hoogen Raad van 2 Junij 1840, trad Mr. D. DONKER CURTIUS op ter toelichting van de voorziening in cassatie door den heer D. VAN HAREN NOMAN tegen het arrest van het Hof van Gelderland van 12 Maart te voren, en wel bij de volgende
PLEITREDE.
E H A. Heeren!
Zoo er immer eene zaak voor u is gebragt, welke zich leende tot eene zeer wijdloopige en tot eene zeer beknopte behandeling tevens, dan is het gewis de onderhavige.
Klimmen wij toch op tot den oorsprong van den letterkundigen eigendom, dan zouden wij bijna eene geschiedenis moeten leveren van die onschatbare uitvinding, welke het licht, hetwelk bevorens als verscholen lag, over de geheele aarde moet verspreiden; vergelijken wij daarentegen hier blootelijk de letter der wet met het factum, dan zouden wij al zeer beknopt kunnen zijn.
Het juiste midden hier te betrachten, zal dus moeijelijk zijn, want niet de doode letter der wet alleen raadpleegt de regtsgeleerde, maar hij dringt ook in den geest en de bedoeling