11[*]
stoken, wanneer een ander zich die lettervrucht mag toe-eigenen, om die in openbaren druk te geven. Die vervaardiger zal het dan moeten aanzien , hoe hetgeen door hem, welligt met groote moeite en zorg, was zamengesteld, alleen strekt om aan een ander, die niets gedaan heeft dan het vervaardigde te doen naschrijven, eene gemakkelijke winst te bezorgen.
"Maar ook, ten andere, voor den bloei der letterkunde zou de Klasse het hoogst nadeelig achten, indien het onlangs gegeven voorbeeld ongestraft navolgers vond.
"Uitgaven, buiten de toestemming, en dus ook buiten het oog des vervaardigers bezorgd en nagezien, moeten zich noodwendig door gebreken en onnaauwkeurigheden kenmerken. Het publiek loopt dien ten gevolge gevaar, van in de plaats van goede geschriften, ellendige misdruk te ontvangen, van zijne lettervrucht misvormd te zien verschijnen, en daarnaar beoordeeld te worden.
"Hoezeer moet zulks niet strekken om dezen laatste te ontmoedigen en hem af te schrikken van zijne gaven in het openbaar te doen hooren. De kanselredenaar moge al door zijn ambt verpligt zijn aIs spreker op te treden, elk schrijver, wien zijn ambt lief is, zal van lieverlede weigeren, om zijne lettervruchten aan roof bloot te stellen, en men zal welhaast niemand meer vinden, die, of in het openbaar spreken wil, of een ongedrukt tooneelwerk doen opvoeren.
"Het is uit aanmerking van dit een en ander, dat de Klasse met gepaste eerbied den wensch durft uiten, dat het Uwer Majesteit moge behagen, in het belang der letterkunde en van hare beoefenaars, een ontwerp van wet aan de Kamers te doen voordragen, waarbij het eigendomsregt der schrijvers beter dan bij de thans beslaande wetten gehandhaafd en tegen alle inbreuk beveiligd worde. Zij voedt geen twijfel aan de medewerking hiertoe van 's Lands vertegenwoordigers. Het mag toch niet ondersteld worden, dat in Nederland de regten van uitgevers en drukkers door den Wetgever beschermd zouden worden, en de nog heiliger regten der schrijvers die bescherming vergeefs moeten zoeken.
"De Klasse acht het zich een voorregt, Sire! aan Uwe Majesteit de vernieuwde verzekering te mogen geven van haren diepen eerbied en onveranderlijke trouw."
[* Verkeerde doornummering]