PRIMARY SOURCES

ON COPYRIGHT

(1450-1900)

Provincial decree of Holland abolishing Book Privileges and bestowing a Right to Copy, The Hague (1795)

Source: Koninklijke Bibliotheek, KW Pflt 22519a

Citation:
Provincial decree of Holland abolishing Book Privileges and bestowing a Right to Copy, The Hague (1795), Primary Sources on Copyright (1450-1900), eds L. Bently & M. Kretschmer, www.copyrighthistory.org

Back | Record | Images | No Commentaries
Translation only | Transcription only | Show all | Bundled images as pdf

25 transcripted pages

Chapter 1 Page 1


RAPPORT
VAN DE
COMMISSIE
TOT ONDERZOEK DER REQUESTEN
DOOR VERSCHILLENDE
BOEKVERKOPERS,
GEPRESENTEERT AAN DE VERGADERING DER
PROVISIONEELE REPRESENTANTEN
VAN HET
VOLK VAN HOLLAND,
OVER HET AL OF NIET ACCORDEEREN
VAN PRIVILEGIEN, RECHT VAN COPY
EN PRAE-ADVERTENTIE, ENZ.
BENEVENS HET
DECREET
OP DAT SUBJECT GEARRESTEERT BY DE
BOVENGEMELDE VERGADERING.
Op den 25 November 1795.

In den HAAG,
Ter 's Lands Drukkery van Holland 1795.



Chapter 1 Page 2


Extract uit de Decreeten van de Vergadering der provisioneele Repraesentanten van het Volk van Holland.
den 27 November 1795.

HET EERSTE JAAR DER BATAAFSCHE VRYHEID.

Het Committe van Koophandel en Zeevaart met de aan hetzelve toegevoegde Burgers voor zo veel den Boekhandel betreft, hebben het navolgend Rapport uitgebragt, over de Requesten door verschillende Boekverkoopers aan deeze Vergadering ingeleverd, en daar by tevens een Concept Decreet overgelegt, het welk door deeze Vergadering zoude kunnen genomen worden.

Welke voorsz. Concept Decreet vervolgens is gearresteerd, en in een besluit deezer Vergadering geconverteerd, zullende het zelve gedrukt en daar van eenige exemplaaren aan de Municipaliteiten der plaatsen alwaar zich Boekhandelaars bevinden gezonden worden, ten einde daar mede te handelen als in het gemelde Decreet is vermeld.



Chapter 1 Page 3


(2)

Vryheid, Gelykheid, Broederschap.

Het Committe van Koophandel en Zeevaart, waar by, voor zo veel den Boekhandel betreft, by Decreet van 27 February laatstleden zyn toegevoegd geworden, de Burgers A. van Eyck, en D.C. van Voorst, en vervolgens, by Decreet van 29 Juny, de Burgers van Swinden en Leemans; ten einde gezamentlyk, de Requesten door verschillende Boekverkopers ter uwer Vergadering gepresenteerd, naauwkeurig te onderzoeken, en zelfs met Boekverkopers uit de onderscheidene Steden, conferentien te houden, heeft de Eer aan deze Vergadering verslag te doen, van het geen door het zelve is verrigt geworden.

De ondergeteekenden, na alle de papieren overwoogen te hebben, welke in hunne handen zyn gesteld geworden, zyn eenparig van oordeel geweest: dat daar deeze geheele zaak, zynen oorsprong ontleend heeft, uit het bericht op den 27 February door Gedeputeerden van Dordrecht gegeeven, dat namelyk alle uitsluitende Octrooyen (gelyk een door den Boekverkoper Allart gevraagd was geworden naar style) strydende zyn met de Rechten van den Mensch, en dat daarom aan de Boekhandelaars behoorde overgelaten te worden, om onderling schikkingen te beraamen, tot bewaaring van ieders deugdelyk recht; dat, daar in de daad, het verleenen van een uitsluitend Octroy, op een bepaald Boek, het eigen-



Chapter 1 Page 4


(3)

dom op dat Boek bepaaldelyk, en bynaar privatelyk verzeekerde, even als of ieder Boekverkoper niet een natuurlyk recht zoude hebben, op andere Boeken door hem uitgegeeven; het verleenen van zodanige Privilegien, waarlyk aanstootelyk is, en in deeze orde van zaken, niet wel kan worden getolereerd.
Dat echter aan den anderen kant, de eigendommen, die de Boekverkopers rechtmatig verkregen hebben, even als alle andere eigendommen, behoren te worden beveiligd: dat, de onderlinge schikkingen onder de Boekverkopers, daar toe niet genoegzaam zynde, vermits de ondervinding van alle tyden leeraart, dat zoo deugdzamen en braven zich van het kwaad onthouden, uit genegenheid en liefde voor de deugd, de baatzugtigen integendeel enkel door vrees van straf worden in toom gehouden: en gevolglyk, dat de Boekverkopers voor hunne eigendommen, evenveel aanspraak hebbende als andere Ingezetenen, op de protectie van het Volk van Holland; zy door eene wet ten dien opzichte te maaken, behoren te worden gesecureert.
Waar uit zy al verder hebben opgemaakt, dat zo het nuttig was, in deeze zaak de gedagten van verscheiden Boekverkopers te verneemen; de uitkomst van hunne begeerte, en de schikkingen die door hen zelven mogten worden gemaakt, altoos door deze Vergadering, zouden behooren te woren bekrachtigd.
De Ondergeteekenden zouden, volgends de au-


Chapter 1 Page 5


(4)

torisatie, door decreet van 29 Juny, op hen verleend, ook eenige conferentien met Boekhandelaars hebben aangelegd, waare het hun, na rype raade, niet voorgekomen:

1. Dat indien de Boekverkopers, van de bedoeling dezer Conferentien, en van de vraagen waar op men hen zoude hooren, niet genoegsaam onderricht waaren, de Conferentien veel al onvoldoende zoude worden. 2. dat, daar men toch maar een klein getal Boekhandelaars tot dezelve kon nodigen, en de keuse van de genodigde altoos meer of min willekeurig is, men niet verzekerd zoude zyn, al waaren al de genodigde Boekverkopers het onderling eens, dat men de stem des Boekhandels (als wy ons zo mogen uitdrukken) vernomen zoude hebben; redenen waarom de ondergetekenden gemeend hebben, aan den geest van Ul. decreet van den 29 July laatstleden te zullen voldoen, indien zy, alvorens conferentien te houden, circulaire Missiven schreeven, waar in zy de gedagten der Boekhandelaaren, over eenige der voornaamste poincten, zouden vragen, ten einde na het inkomen der antwoorden nategaan, of de gedagten zodanig onderling mogten overeenkomen, of van elkandere verschillen, dat 'er mondelinge conferentien al, of niet nodig zouden zyn.
De ondergeteekenden hebben diensvolgens circulaire Missives geschreeven, aan eenige Boekhan-



Chapter 1 Page 6


(5)

delaars uit alle die Steden, uit welke Requesten waren ingekomen: namentlyk uit Amsterdam, Dordrecht, Delft, Rotterdam, Haarlem, Schoonhooven, Gouda, Haage, Hoorn, Edam, Purmerend; zy hebben niet alleen wat de stad Leiden betreft, volgens den uitdrukkelyken last van uw decreet, aan Deeken en Hoofdlieden van het Boekverkopers Gild, aldaar geschreven, maar ook aan eenige afzonderlyke Boekhandelaaren, en boven dien volgends den geest van uwe decreet, afzonderlyk aan alle die Boekhandelaaren, die het bewuste Request niet gaaf hadden geteekent, maar met eenige aanmerkingen, of byzondere advysen hadden vermeerderd. Ten einde op die wyze de zaak, met alle mogelyke onzydigheid, te behandelen.
Eindelyk, daar de ondergeteekenden in het zeekere wisten, dat de Burger van Eyck, zedert eenigen tyd in de stad Deventer woonachtig is, hebben zy geoordeeld, hem niet verder als Lid van deze Commissie te kunnen beschouwen; doch aan den Burger van Voorst van hunne verrichtingen schriftelyk bericht gegeeven hebbende, heeft deze hun in dato 18 Augustus, geantwoord; dat hy zyne demissie van deze Vergadering, en dus ook van deze Commissie genomen had.
De ondergeteekenken hebben geoordeeld, dit weinige over de manier waarop gemeent hebben, te mogen handelen, vooraf te moeten laaten gaan; en nu ter zaaken koomende zullen zy de vier Vragen voordragen, waarop zy de gevoe-



Chapter 1 Page 7


(6)

lens der respective Boekverkopers verzogt hebben:
1. Welke middelen zullen (zonder het accordeeren van die soort van Privilegien, die onder het oud Bestuur plaats hadden) geschikt zyn, om aan ieder Boekhandelaar, die een Boek op zyne kosten uitgeeft, zyn recht van eigendom te bevestigen, en allezins te secureeren.
2. Hoe te handelen, omtrent het recht dat Boekhandelaars kunnen sustineeren te hebben, uit eenige gedaane advertentie?
3. Hoe te handelen, omtrent het recht van Vertaalingen, Verkortingen, enz. van reeds uitgegeeven werken.
Waar by de Ondergeteekenden, zo wel wegens het belang der zaak, als uit vreeze van iets in de voorige vraagen vergeeten te hebben, waarop echter misschien deze of geene Boekverkopers zouden begeeren te berichten, en uit zucht om hun echter daartoe gelegenheid te geven, geoordeeld hebben nog;
4. Van de Boekhandelaars te moeten verneemen, welke middelen in het werk zouden kunnen gesteld worden, om den vervallen Boekhandel te herstellen.
De ondergeteekenden hebben op deze vraagen antwoord gekreegen, van meest allen die Boekhandelaars, aan welke zy geschreeven hadden, en wel van sommigen na dat zy met hunne Confraters hadden geraadpleegd; van


Chapter 1 Page 8


(7)

anderen na dat zy alle de Gildebroeders hadden opgeroepen; van sommigen, die als Deekens en Hoofdlieden schryven, zo dat men waarlyk de advisen van een zeer groot aantal Boekverkopers heeft ingewonnen.
Alvorens nu op te geeven, welke de gevoelens der Boekhandelaaren zyn, moeten de ondergeteekenden niet ontveinzen, dat een Boekverkoper gelyk mede Deeken en Hoofdlieden van een der Boekverkopers Gilde zich bevreesd toonen, de eerstgenoemde "dat men niet zoude willen rusten, voor en al eer, dat nieuwe uitsluitende wetten de pas verkreegene vryheid bezoedelen, dat men den Boekhandel meer dan andere takken van negotie onder de byzondere bescherming van het Publiek gezag zoude willen stellen:" -- de laatstgem. "dat de vertegenwoordigers van het Volk, het van hunnen plicht zouden rekenen, meer dan voor eenigen anderen tak van negotie wetten en bepalingen te maken, voor den Boekhandel" -- --daar nu Gyl. toch omtrent de Boeknegotie geene andere bedoelingen hebt, dan den wettigen Eigendom der Boekhandelaars te secureeren, denken wy hier over, in geene nadere discusien te moeten treeden.
Wat nu het I. point betreft, de middelen om aan iederen Boekverkoper zyn recht van Eigendom te secureeren, zyn alle de Boekverkopers, die geen zelfs, die oordeelen dat men zich by de



Chapter 1 Page 9


(8)

gewoone privilegien kon houden, het hier in eens: dat 'er eene wet tegen het nadrukken moet gemaakt worden; en wel met eenige geldboeten of andere poenaliteit, waar in de advisen, zo als gemakkelyk te verwagten stond, eenigsints uit elkander lopen: hoewel de reeds gemelde Boekhandelaar alleen begeert:
1. Dat ieder die een Boek uitgeeft, het op zo eenen matigen prys stelle, dat anderen de lust niet bekruipen kan, om het voor een weinig minder voordeel na te drukken:
2. Dat de Boekverkopers zich zouden vereenigen, om als lieden van eer vast te stellen, geene hoegenaamde nadrukken te changeeren, te verkopen, of op eenige publieke, of ongebonden Verkopingen, toetelaten.
Dat het eerste middel onvoldoende is, en bovendien altoos onzekerheid overlaat, en voor kwaadwilligen geenen band opleevert, heeft weinig bewys nodig: en dat de sanctie van eene wet, die onderlinge overeenkomst waar van in het 2de Articul gewaagd wordt, merkelyk versterken zoude, en dus nuttig zyn, lydt, dunkt den ondergeteekenden, geene tegenspraak.
II. Op het II. point, omtrent het recht dat een Boekhandelaar zoude verstaan worden, te verkrygen, uit hoofde van eene gedaane advertentie, zyn ook alle de Boekverkopers het onderling eens: dat, uit hoofde van het misbruik dat van dezelve advertentien gemaakt



Chapter 1 Page 10


(9)

word, 'er eenige bepaling behoort gemaakt te worden en hunne byzondere gevoelens, over het daar stellen van die bepaling, zyn zeer wel te vereffenen.
III. Omtrent het III point, het recht van vertaalingen, verkortingen, &c. van reeds uitgegeeven werken, lopen de gedachten, zo als natuurlyk was, meer uit een, en echter zyn de meeste gevoelens hier in overeenstemmende, dat 'er eenige bepalingen behooren te worden gemaakt.
IV. De vierde vraag is van zo ingewikkelden aart, dat de ondergeteekenden zich niet gevleid hebben, voldoende antwoorden over dezelve te krygen, zo als zy ze ook niet gekreegen hebben; en de Boekhandelaars zelve betuigen ze ook niet wel te kunnen geeven, wenschelyk waare het, dat alle de Boekverkopers konden verzekeren, het geen de meergemelde Boekverkoper als zeeker opgeeft, namentlyk: "geen vervallen Boekhandel te kennen.".
De ondergeteekenden oordeelen, dat het onnuttig zoude zyn, een kort uittreksel van alle de byzondere gevoelens de geeven, maar dat zy meer aan het oogmerk hunner Commissie zullen voldoen, indien zy eenige grondbeginzels voordragen, waaruit zy van gedagten zyn, dat de te neemen maatregels rechtstreeks zullen volgen: en dan die maatregels, welke in de daad uit alle de advisen der Boekverkopers in een gebragt, zullen



Chapter 1 Page 11


(10)

worden opgemaakt, aan Ul. aandagt decreet's wyze, voorstellen.
Dat de Boekverkopers, even als anderen menschen beveiliging voor hun Eigendom, dat is, in dit geval, voor de door hen uitgegeeven boeken, of liever voor het recht van Copy, waar in de Eigendom der Boekhandelaars eigenaartig bestaat, behoren te genieten, is buiten twyffel; en het is niet minder zeker, dat hun Eigendom, een Eigendom is, van eenen zeer byzonderen aart, waar aan op veelerley wyzen, nadeel toegebragt kan worden, en waarop teevens, in sommige opzichten, het Publiek ook eenige aanspraak heeft. -- De verschillende gevallen zullen de zaak ophelderen.
I. Een Boekverkoper geeft een origineel Werk uit, waar van hy het Manuscript, of de Copy van den Schryver in eigendom heeft verkreegen; hy doet de nodige onkosten tot die uitgave, in zodanig Formaat en op zodanige wyze, als hy verkiest.
Dat Werk word daar door de eigendom van dien Boekverkoper, en hy moet beveiligd worden tegen allen en een iegelyk die hem in die Eigendom zoude willen bekorten, of benadeelen: die eigendom moet even bestendig het zyne blyven, met alle baten en profyten die daar op vallen, of schadens en gevaaren waar aan het is bloot gesteld, als alle andere eigendommen hoe ook genaamd.
Waar uit volgt dat niemand, een Origineel



Chapter 1 Page 12


(11)

werk door een ander in het licht gegeeven, mag nadrukken; of elders nagedrukt zynde, verkoopen, daar door immers geschied den rechten Eigenaar nadeel, die eigendom moet tegen alle aanvallen gesecureerd zyn. -- En wat het geval betreft, dat men in het begrip mogt vallen, dat een goed en nuttig werk, nog nuttiger zoude worden, indien 'er eene andere en minder kostbaare druk van gemaakt word; daar dit eene zaak van Negotie is, en de Eigenaar dat profyt even kan berekenen, als een ander, zal hy niet in gebreeke blyven zulks van zelfs te verrigten, zo als Tirion by voorbeeld zulks zelfs deed, voor de beschryving van Amsterdam, die hy in Folio en in Octavo te gelyk uitgaf. Dit moet als eene Negotie zaak beschouwd worden.
Maar het publiek heeft ook eenig recht op dit eigendom. Her moet zich een Boek dat tot deszelfs nut is uitgegeeven altoos kunnen verkrygen, en dus moet 'er ook gezorgd worden dat geen Boekverkoper weigere een Boek dat gezogt wordt, en waar van hy eigenaar is, te herdrukken of belette, zoo hy dit weigeren mogt, dat een ander het herdrukke, zo het mogt zyn uitverkogt, en echter aanhoudend gevraagd word.
Een Boekverkoper die een origineel werk uitgeeft, word benadeeld: 1. Door het nadrukken, dit moet verboden worden: 2. Door uittegeeven vertalingen: 3. Door verkortin-



Chapter 1 Page 13


(12)

gen. Teegens deeze drie soorten van toe te brengen nadeel, moet dus ook gezorgd worden, doch mee eenig onderscheid.
1. Wanneer een Boek nuttig is, wordt het nut door vertaalingen vermeerderd; de eigenaar mag zich dus niet geheel aan die vermeerdering van nut ontrekken: maar hy kan niet op losse grond genoodzaakt en verplicht worden, een werk dat hy uitgegeeven heeft, te doen vertalen, in zoo veele taalen als men zoude verkiezen. -- En dus om in alles te voorzien, zoude 'er behooren te worden gestatueerd, dat niemand hier te Lande de vertaling van eenig origineel werk hier te Lande gedrukt, zoude mogen uitgeven zonder alvorens daar van aan den eigenaar kennis gegeeven te hebben; zonder dat de eigenaar geweigerd hebbe, binnen een bepaald termyn het zelfs te doen, en indien hy zulks weigerd, zonder dat 'er tusschen de beide parthyen, eene minnelyke overeenkomst getroffen zy: doch zoo de eigenaar verkiest zelfs de vertaling uittegeeven, komt hem dat recht geheel toe.
2. Het recht om een origineel werk verkort, of verandert uittegeeven, behoort buiten tegenspraak geheel aan den eigenaar; niemand zoude behoren een verkort werk uittegeeven zonder deszelfs toestemming, en de eigenaar behoeft niet verplicht te worden om het zelfs te doen: de reede is duidelyk. -- Door een verkort werk verligt men het Publiek anders



Chapter 1 Page 14


(13)

dan door het oorspronkelyke, en niemand wordt belet een veel korter Vaderlandsche of Romeinsche Historie, by voorbeeld uittegeeven, dan Wagenaar gedaan heeft, of Stuart doet; maar staande te houden, dat men uit eens anders werk, zonder zyne toestemming zal mogen uitlaten, wat men wil, des niet tegenstaande zyne leidraad, zyne schikkingen, zyne woorden voor het overige behouden, en het Werk dan verminkt uitgeeven, strydt volgends de ondergeteekenden tegens alle billykheid, en de bestendige ondervinding heeft geleerd, dat de verkortingen altoos de oorsprongkelyke werken benadeelen, en dikwers in vergetelheid brengen.
II. Het tweede stuk, waar op wy onze aandagt moeten vestigen, betreft het nadrukken of vertalen van Werken, die buiten 's Lands zyn uitgegeeven geworden: wanneer een Boekverkoper eene dusdanige nadruk, of vertaling op zyne kosten uitgeeft, verkrygt hy zekerlyk daar op eenigen eigendom: doch ieder een bezeft ligt, dat die eigendom van eenen geheel anderen aart is, en waarlyk op eene min strikte wyze verkreegen wordt, dan de eigendom van een origineel werk.
De ondergeteekenden zullen zig niet uitlaten over het nadrukken in het algemeen, over de voor en nadeelen die dezelve toebrengt, over de wettigheid zelfs daar van; noch nagaan, of niet het nadrukken eene zekere soort



Chapter 1 Page 15


(14)

van ontvreemding zynde, van iemands eigendom, het niet te wenschen waare, dat dezelve nergens geschiede: zy zullen het nadrukken alleen als eene usantie, die in alle Landen plaats heeft, beschouwen.
Daar het nu altoos waar blyft, dar de eigendom van een nagedrukt werk, op losser gronden rust, dan die van een origineel werk, volgt het ook, dat indien een Boekverkoper een werk (buiten 's Lands uitgegeeven) heeft nagedrukt, en daar door eenig eigendom daar op gekreegen, dit niet moet of mag beletten, dat de origineele druk daar van werde ingevoerd en openlyk verkogt.
Dat wanneer een Boekverkoper een uitheemsch werk laat vertalen, in welke taal het ook zy, het echter eenen ander zal vry staan, niet alleen het zelfde werk in andere taalen te doen vertaalen, maar ook in dezelfde taal, eene andere vertaling uittegeeven; en waarlyk zal het genoeg zyn, eene misschien gebrekkige vertaaling, van een goed werk uitgegeeven te hebben, om iemand te beletten, eene goede vertaling door den druk gemeen te maken?
Hoe veele voorbeelden zoude men niet kunnen bybrengen, van Boeken die zoo slecht vertaald zyn, dat de vertaaling bynaar onverstaanbaar is? -- Wy weeten wel dat het vertaalen eene zeer moyelyke kunst is, dat al is eene vertaaling nog zo schoon, het altoos mogelyk blyft, dat iemand, die de taalen kun-



Chapter 1 Page 16


(15)

diger is, of misschien een gelukkiger inval heeft, of door toevalligheid in staat gesteld word de meening van den Schryver beter te vatten, kan verbeterd worden. Wy bedoelen dus niet eene hier en daar verbeterde, doch in de daad eene geheel andere vertaaling, die voor een nieuw werk moet gehouden worden. En hoe veel zoude de ongerustheid, dat eene vertaling die men zoude willen uitgeeven, door eene betere vertaling zoude kunnen worden benadeeld, de Boekhandelaars niet met meer zorgvuldigheid, dan nu dikwers geschied, naar bekwaame Vertaalers doen omzien? -- Dat eene uitgegeeven vertaling van een uitheemsch werk den invoer en het verkoopen van het origineel niet behoort te beletten, spreekt van zelfs.
III. Het derde Stuk waar op wy onze aandacht moeten vestigen, is het recht van Advertentie, het spreekt van zelfs dat wy hier ons oog niet op origineele werken behoeven te vestigen -- dat een Boekverkoper advertere, dat hy eene origineele Romeinsche Historie zal uitgeeven, beneemt het recht niet aan een ander, om ook eene Romeinsche Historie te laaten vervaardigen, uittegeven, en voor de uitgave te adverteeren -- maar advertentie en het daar op gevestigde recht, kan eigenaartig alleen ten doel hebben te adverteeren, dat men een Werk dat reeds aanweezig is, zal nadrukken, of vertaalen, en men adverteert zulks om te



Chapter 1 Page 17


(16)

vermelden, dat anderen hetzelfde zouden onderneemen, waar door men elkander zoude benadeelen.
Het recht dan, dat men daar door verkrygen kan moet niet rusten, enkel op eene Advertentie, die men slechts doet in voorraad, maar op een waarachtig voorneemen, om het geen men Adverteert ten uitvoer te brengen, op de moeite die men waarlyk aanwendt, op de kosten die men dadelyk besteed, of zal besteeden, om het geen men Adverteert, werkstellig te maaken -- dit alles nu vereischt eenige bepaalingen.
De ondergeteekenden zullen zich niet uitlaaten, over de middelen, om den vervallen Boekhandel te herstellen, als hebbende daar omtrent geene genoegzaame inlichting ontvangen: hoe wel het hoog tyd wordt, en het voor den Lande ongemeen nuttig zoude zyn, dat de Boekhandelaars zich bevlytigden om die middelen te beramen welke tot dat gewenscht herstel zouden kunnen strekken.
De ondergetekenden vermeenen, uit hoofde van alle de bygebrachte aanmerkingen, aan U Lieder Vergadering, edoch onder correctie, en zich aan Uwl. beter oordeel submitteerende, het volgend Concept-Decreet te mogen voordragen.

DECREET.

Gehoord zynde, het Rapport van het Committe van Koophandel en Zeevaart en van de daar by



Chapter 1 Page 18


(17)

volgends Deccreet van 29 Juny laatstleeden bygevoegde Leden, over de Requesten door verscheiden Boekhandelaars gepresenteerd, is na deliberatie goedgevonden te decreteeren, zo als gedecreteerd word by deeze.
1. Dat er geene Privilegien voor het Drukken en uitgeeven van eenige Boeken, of Stukken zullen worden verleend, als strydende tegen de thands aangenomen grondbeginselen, volgends welke ieder een aanspraak heeft op de beveiliging van zynen rechtmatigen eigendom.
2. Dat diensvolgends, wanneer eenig Boekverkooper in deze Provincie een origineel Werk uitgeeft, waar van hy de Copy bekomen heeft, het zy dat werk in eens, of by deelen of Stukken, Jaarlyks, Maandelyks of Dagelyks uitkomt, hy daar door het recht verkrygt, voor zich, zyne erven, en rechtverkrygende, om dat werk uittegeven, in zodanig Formaat, en op al zulke wyze als hy zal goedvinden: dat dit recht een eigendom is, waar op niemand buiten zyne toestemming aanspraak heeft, of waar in niemand hem mag benadeelen: wordende dus het nadrukken van het zelve Werk binnen deeze Provintie, of indien het elders mogt nagedrukt zyn, het invoeren en verkopen dier nadrukken verbooden: op poene voor den nadrukker van confiscatie, van alle de nog voorhanden zynde Exemplaaren, en van betaaling van de reeds verkogten tegen verkoop prys, ten pro-



Chapter 1 Page 19


(18)

fyte van den eigenaar, van het werk: en zulks voor de eerste maale: doch indien iemand voor de tweede maale zich aan nadrukken schuldig maakt, zal hem boven dien verboden worden den Boekhandel te mogen uitoeffenen: zullende verder, alle die geenen, welke dusdanige nadrukken binnen deeze Provintie invoeren en verkoopen, vervallen, in eene boete van 500 guldens, ten profyte als boven, met overgifte der nog voorhanden zynde, en betaling der gedebiteerde Exemplaaren.
3. Dat, wanneer een origineel werk uitverkogt is, en het echter aanhoudend gevraagd wordt, de bezitter verplicht zal zyn, hetzelve te herdrukken -- of, indien hy zulks niet verkiest, zyn recht van Copy aan een ander, die daarom mogt vragen, gehouden zal zyn over te doen, op zulke conditien, als zy onderling zullen beraamen; en indien zy de zaak in der minne niet kunnen schikken, zal dezelve overgelaten worden ter arbitrage en decisie van Boekverkopers, door de parthyen te benoemen; zullende verder die geen, welke het recht van Copy op die wyze verkrygen, verpligt zyn, dadelyk eene nieuwe druk van het bewuste werk te bezorgen.
4. Dat niemand, op poene als in Art. 2 tegen de nadrukkers gesteld is, een origineel werk hier te Lande uitgegeeven, in eene andere



Chapter 1 Page 20


(19)

taal, zal mogen laten drukken, of eene verkorting van het zelve in het licht brengen, zonder toestemming van den eigenaar; doch met dien verstande, dat wanneer aan den eigenaar door eenen anderen Boekhandelaar eene uittegeeven Vertaling wordt voorgesteld, dezelve eigenaar het recht zal hebben, om zelfs eene Vertaling in die taal uittegeeven; en verpligt zal zyn, zo hy zulks niet verkiest, het aan den anderen toe te laaten, onder zodanige conditien, als zij zullen beraamen; en indien het gebeurde dat zij het over de conditien niet konden eens worden, zal de beslissing van hun verschil verlaaten worden, aan de uitspraak van Boekverkopers door de parthyen te kiezen; verder wanneer op die wyze een Boekverkoper het recht van eene Vertaaling uittegeeven, zal verkrygen, zal hy verplicht zyn, die Vertaling zo spoedig mogelyk, uittegeven.
5. Dat wanneer een Boekverkoper een werk, buiten 's Lands gedrukt, heeft nagedrukt, niemand, op poene als vooren, het zelve weederom zal mogen nadrukken, of die nieuwe nadruk verkopen, op poene als voren: mits 'er die Boekverkoper alvorens, behoorlyke advertentie van zyn voorneemen, om dat werk natedrukken in de Nieuws-papieren hebbe
gedaan: doch het zal niet te min aan ieder vry blyven, om de origineele druk, of uitheemsche
nadrukken, in te voeren en te verkopen, naar willekeur.


Chapter 1 Page 21


(20)

6. Dat wanneer een Boekverkoper hier te Lande, eene Vertaling van een Werk dat buiten 's Lands gedrukt, is, uitgeeft, niemand, op poene als boven die Vertaling zal mogen nadrukken, of uitheemsche nadrukken van dezelve, invoeren, en verkopen: mits echter gemelde Boekverkoper, door behoorlyke advertentie in de Nieuws-papieren, van zyn voorneemen, om het bewuste werk te vertaalen, hebbe kennis gegeeven: doch het zal ieder een vry staan, niet alleen het origineel werk intevoeren, en te verkopen, maar ook vertalingen van het zelve, in andere taalen te laaten drukken, en uittegeeven: ja zelfs, doch niet dan met voorkennis van den uitgever der eerste vertalinge, eene geheel andere en betere vertaling aan het zelfde werk, in diezelfde taal, in 't licht te brengen: zullende de verschillen, die daar over mogten ontstaan, aan de uitspraak van deskundigen, door parthyen zelve te benoemen, worden gelaten.
7. Dat, wanneer een Boekverkoper behoorlyk in de Nieuws-papieren adverteert, dat hy voorneemens is eenig bepaald werk uittegeeven, na te drukken, of te doen vertaalen, die advertentie hem een recht van preferentie zal geven, om zulks te doen, boven een ander, die geen advertentie omtrent het zelfde voorneemen heeft gedaan, of 'er eene na hem zoude komen te doen; mits echter 1. dat die



Chapter 1 Page 22


(21)

Boekverkoper aan Deeken en Hoofdlieden van het Boekverkopers Gild, ter plaatse daar hy woont, of zo aldaar geen Gild is, bij Deeken en Hoofdlieden van dat Gild in eene nabuurige plaats, zyne te doene advertentie door hem onderteekent met aantekening van den dag ter hand stelle. en 2. Dat hy verplicht zal zyn, drie maanden na de gedaane advertentie aan gemelde Deeken en Hoofdlieden te bewyzen, dat hy het origineel werk, waar van hy den nadruk, of de vertaling heeft geadverteerd, bezit, en met de vertaling of het nadrukken bezig is, en alle nodige schikkingen maakt, om aan het geen hy in zyne advertentie beloofd heeft, gestand te doen. -- Het alles, bij nalaatenheid, op poene van verstek van het te bekomene recht.
Wordende echter aan de gezamentlyke Boekverkopers in deeze Provincie vrygelaaten, om tot meerdere faciliteit en zekerheid, zodanige verdere schikkingen onderling te beraamen, als zy zullen goedvinden, het zy met eene Commissie uit de gezamentlyke Boekverkopers daar te stellen, het zy met een Committe van Boekhandel opterichten, by welke Commissie of Committe, ieder dien het mogte aangaan zich voor dergelyke zaaken zoude behooren te addresseeren.
8. Dat, gelyk alle de voorschreevene bepaa-



Chapter 1 Page 23


(22)

lingen op een verkregen Eigendom steunen, dezelve vervallen zullen wanneer zoodanig Eigendom, of recht van Copy geen plaats heeft: en dus worden wel expresselyk uitgezonderd Bybels, Testamenten, Psalm-Boeken, en verdere Kerk- en School-Boeken, welke op publiek gezag zyn ingevoerd geworden, en welke niet het prive Eigendom, of de Copy zyn, van eenigen particulieren Gildebroeder: als welke boeken, gelyk mede Tydwyzers, Almanachen enz. door iederen Boekverkoper zullen mogen worden gedrukt, vertaald, enz., uitgezonderd voor als nog, die Almanachen of Tydwyzers, waar op door het voorig bestuur privilegie is verleend, en van wier privilegie de tyd nog niet is verlopen.
9. Dat die Staatsstukken welke als een Eigendom van het Volk van Holland moeten worden beschouwd, en op deszelfs kosten, op 's Lands-Drukkeryen worden gedrukt, en ten behoeven van 's Lands-Finantien worden uitgegeeven, zonder toestemming van deze Vergadering niet zullen worden nagedrukt, en uitgegeeven, dan in zodanige boeken waarin over 's Lands geschiedenissen wordt gehandelt, of in verzamelingen van Staatsstukken, of in Wet-boeken enz. waar omtrent alle Boekhandelaars gelyk recht zullen bezitten.
10. Dat alle Boekhandelaars zullen worden ver-



Chapter 1 Page 24


(23)

zogt, zo als zy verzogt worden by deeze, onderling middelen te beraamen, om den vervallen Boekhandel te verbeteren, en denzelven, met weering van alle geschriften, die niet tot verlichting van het verstand, vermeerdering van kunde, verbeetering van het hart, beschaving van goede zeden, opwekking van Godsdienst en deugd, strekken, weder in vollen luister te herstellen: terwyl deeze Vergadering het zich tot eene plicht zal rekenen, hier toe aan de gezamentlyke Boekhandelaaren, alle medewerking en hulp te verleenen, die met eenen vryen en onbelemmerden Handel, bestaanbaar zullen zyn.
11. Dat dit Decreet gedrukt, en gezonden zal worden aan alle de Municipaliteiten van Plaatsen daar zig Boekhandelaars bevinden, ten einde dezelve Municipaliteiten het aan de Boekverkopers, of Boekverkopers-Gilden doen ter hand stellen, om te strekken tot derzelver
informatie en naricht. -- Blyvende het echter aan de gezamentlyke Boekhandelaaren vry, om, na gehouden onderlinge conferentien, gezamentlyke binnen den tyd van drie maanden, over de pointen in dit provisioneel Decreet vervat, aan het Committe van Koophandel en Zeevaart, zodanige nadere aanmerkingen te laaten toekomen, als zy tot nut van den Boekhandel, nuttig, en nodig zullen oordeelen. --



Chapter 1 Page 25


(24)

Uw Committe en bygevoegde Leeden refereeren zich niet te min in alles aan het beter oordeel dezer Vergadering.
Heil en Broederschap!
Was geteekend,

Den Haag den 9 October 1795.
Het eerste jaar der Bataafsche Vryheid.

Corn. Ign. Branger,
President.
Van het Committe van Koophandel en Zeevaart,
J. H. van Swinden.
J. F. Leemans.



Transcription by: Stef van Gompel

    


Copyright History resource developed in partnership with:


Our Partners


Copyright statement

You may copy and distribute the translations and commentaries in this resource, or parts of such translations and commentaries, in any medium, for non-commercial purposes as long as the authorship of the commentaries and translations is acknowledged, and you indicate the source as Bently & Kretschmer (eds), Primary Sources on Copyright (1450-1900) (www.copyrighthistory.org).

With the exception of commentaries that are available under a CC-BY licence (compliant with UKRI policy) you may not publish individual documents or parts of the database for any commercial purposes, including charging a fee for providing access to these documents via a network. This licence does not affect your statutory rights of fair dealing.

Although the original documents in this database are in the public domain, we are unable to grant you the right to reproduce or duplicate some of these documents in so far as the images or scans are protected by copyright or we have only been able to reproduce them here by giving contractual undertakings. For the status of any particular images, please consult the information relating to copyright in the bibliographic records.


Primary Sources on Copyright (1450-1900) is co-published by Faculty of Law, University of Cambridge, 10 West Road, Cambridge CB3 9DZ, UK and CREATe, School of Law, University of Glasgow, 10 The Square, Glasgow G12 8QQ, UK