[No. 107] (2)
TRANSLATION.
His Majesty the King of the Netherlands and His Majesty the Emperor of the French, desiring to give effect to the provision of Art. 14 of the trade and shipping treaty, signed in Paris on the 25th of July 1840, in which it was agreed that literary property would be preserved, and that a special convention would further determine the conditions of application and implementation of that principle in each of the two countries;
the Emperor of the French additionally desires to continuously ensure the subjects of His Dutch Majesty of the enjoyment of the guarantees, which they already hold in France under the decree of 28 March 1852 relating to the reproduction of foreign works; accordingly, the two high contracting parties, to this end, have decided to determine in joint consultation the measures, which they consider most suited to ensure the writers or their assignees the property of their scientific and literary works, published for the first time in the Kingdom of the Netherlands or in France.
With that objective, they have appointed as their plenipotentiaries, namely:
His Majesty the King of the Netherlands, Sir Floris Adriaan of Hall, Knight Grand Cross of the Order of the Dutch Lion, the order of the White Falcon of Saxony-Weimar, the Leopold order of Belgium, the Ernestine order of the House of Saxony, the Imperial Russian order of the White Eagle and the Guelphic order of Hanover, Hon Minister of State and Foreign Affairs,
and His Majesty the Emperor of the French, Lord Jean Marie Armand, Baron of Andre, commander of the Imperial Order of the Legion of Honour, Grand Cross of the Pontifical Order of St. Gregory
[No. 107] (2)
VERTALING.
Zijne Majesteit de Koning der Nederlanden en Zijne Majesteit de Keizer der Franschen, verlangende gevolg te geven aan de bepaling van art. 14 van het handels- en scheepvaart-tractaat, geteekend te Parijs den 25 Julij 1840, waarbij men overeengekomen is dat de letterkundige eigendom zou worden gewaarborgd, en dat eene bijzondere conventie nader de voorwaarden van toepassing en uitvoering van dat beginsel in elk der beide landen zou vaststellen; de Keizer der Franschen daarenboven aan de onderdanen van Zijne Nederlandsche Majesteit bij voortduring het genot willende verzekeren der waarborgen, waarvan zij in Frankrijk reeds in het bezit zijn, krachtens het decreet van 28 Maart 1852 betrekkelijk den nadruk van vreemde werken; zoo hebben de twee hooge contracterende partijen te dien einde besloten met gemeen overleg de maatregelen vast te stellen, die haar het meest geschikt zijn voorgekomen om aan de schrijvers of aan hunne regtverkrijgenden te waarborgen den eigendom van hunne wetenschappelijke en letterkundige werken, voor de eerste maal uitgegeven in het Koningrijk der Nederlanden of in Frankrijk.
Met dat doel hebben zij tot hunne gevolmagtigden benoemd, te weten:
Zijne Majesteit de Koning der Nederlanden, den heer Floris Adriaan van Hall, ridder-grootkruis der orde van den Nederlandschen Leeuw, der orde van den Witten Valk van Saksen-Weimar, der Leopolds-orde van Belgie, der Ernestinische orde van het Huis van Saksen, der Keizerlijk Russische orde van den Witten Arend en der Guelphen-orde van Hannover, Hoogstdeszelfs Minister van Staat en van Buitenlandsche Zaken,
en Zijne Majesteit de Keizer der Franschen, den heer Jean Marie Armand baron d'Andre, kommandeur der Keizerlijke orde van het Legioen van Eer, grootkruis der Pauselijke orde van den H. Grego-