3 transcripted pages
Chapter 1 Page 1- 296 -
[...]
De Notificatie van 13 Dec. 1805, omtrent den verboden' nadruk van werken der Staatsdrukkerij uitgegeven, is een aanvulsel of liever eene uitlegging en verklaring van de Publicatie van 3 Junij 1803 (zie boven pag. 211). Zij bepaalt, dat alle ter Staatsdrukkerij uitgegevene Staatsstukken de eigendom van den Staat zijn, en derhalve zonder overtreding niet mogten worden nagedrukt. Bij het BESLUIT van den 2den Julij 1822, betrekkelijk het doen drukken en uitgeven van Staatsstukken door particulieren (Staatsblad No. 16), is bepaald, dat de nadruk van Staatsstukken geoorloofd is, ten zij het regt van uitgave ten behoeve van 's Lands Drukkerij mogt zijn gereserveerd, of daartoe speciale vergunning of octrooijen mogten zijn verleend. In deze laatste gevallen, beveelt het Besluit, dat de nadruk volgens het gemeene regt (zie Wet van 25 Jan. 1817,
Chapter 1 Page 2- 297 -
Staatsblad No. 5) zal gestraft worden.[1] Daar de Notificatie van 13 Dec. met de Publicatie van 3 Junij 1803 een geheel uitmaakt, meenen wij haar hier te moeten doen afdrukken.
NOTIFICATIE van Hun Hoog Mogende, vertegenwoordigende het Bataafsch Gemeenebest, houdende onder zekere bepaling, voorzieningen, tegens het nadrukken en debiteren, van alle zoodanige Staats-Stukken, als welke ter Staats-Drukkerij der Bataafsche Republiek, worden gedrukt en uitgegeven. Gearresteerd den 13 December 1805.
Hun Hoog Mogende, vertegenwoordigende het Bataafsch Gemeenebest, in ervaring gekomen zijnde, dat uit hoofde van het erroneuse begrip, als of de Publicatie van het Staats-Bewind, van den 3den Junij 1803, niet zoude toepasselijk zijn op de Staats-stukken, ter Staats-Drukkerij wordende verkocht en uitgegeven, onderscheiden Ingezetenen zich niet ontzien, sommige dier Staats-stukken natedrukken en dezelve Nadrukken te debiteren; nochte ook, dat deswegens door de Publieke Aanklagers eenigerhande Actie tegens de Contraventeurs wordt geinstitueerd; -- doen te weten, dat onder de Verordeningen tegens het Nadrukken, gestatueerd bij voorsz. Publicatie van den 3den Junij 1803, mede zijn begrepen alle Staats-stukken, gedrukt en uitgegeven wordende ter Staats-Drukkerij der Bataafsche Republiek, als moetende dezelve worden beschouwd als een Eigendom van het Bataafsche Volk, op deszelfs kosten gedrukt, en ten behoeve van deszelfs Finantien uitgegeven; -- wordende mitsdien alle Officieren en Justicieren ten ernstigsten gelast en ge-exhorteerd, om tegens alle contraventien ten dezen, zoo ten aanzien van het nadrukken als debiteren, na dato dezer Notificatie, ten serieusten te vigileeren en het regt van het Bataafsche Volk waartenemen; des echter, dat het aan de Schrijvers van Couranten zal vrijstaan, om dezelve Staats-stukken in hunne Nieuwspapieren overtenemen; als mede na deswege bekomen toestemming, dezelve zullen mogen worden overgenomen in alle Werken, de Geschied- en Staatkunde van dit Gemeenebest specteerende.
Gelastende dienvolgens dat deze zal worden gepubliceerd en ge-
[1] Zie Mr. S.P. LIPMAN, Onderzoek omtrent de wettigheid der Koninglijke Besluiten van 2 en 30 Julij 1822 en 18 Junij 1829.
Chapter 1 Page 3- 298 -
affigeerd, alomme waar zulks gebruikelijk is; met last aan allen dien het aangaat, om daar aan stiptelijk te voldoen.
Gedaan in den Haag, den 13 December 1805.
(Was geteekend)
R.J. SCHIMMELPENNINCK,
Raadpensionaris.
(Onder stond)
Ter Ordonnantie.
De Algemeene Secretaris van Staat.
(Was gecontrasigneerd)
C.G. HULTMAN.
Transcription by: Stef van Gompel & Chris Schriks