243
and in the exercising of said right no one may damage him.
3. That therefore is expressly prohibited to copy and sell such original work, whereof the Right of Publication is the Property of another, as well as to import, distribute or sell such as is copied outside the Republic, on punishment of, which he who will have distributed or sold any copies of such work will incur, for the first time, the seizure of all unsold copies of the copy still available within the Republic to the benefit of the owner of the original Print, to whom he furthermore will have to pay the value or amount of two hundred and fifty copies of the real Print, calculated according to the selling price; for the second time, above and beyond the aforesaid, a sum amounting to five hundred copies of the real print, half of which will go to the common poor of the town where the proceedings occur, and half to the Prosecutor, who will carry on the proceedings; for the third time, above and beyond the aforesaid, he will be punished with the banishment from the Territory of the Batavian Republic.
4. That on the same punishments as are provided in Art. 3 is also prohibited the distribution or selling of any Translation, abridging or expansion of any original work published in this Republic, so that its content is literally copied, be it in full or in large part, , unless with written consent of the owner of it; however, without prejudice to the freedom of each Resident to, in order to distribute general useful knowledge in Literary Works, e.g. Journals, Magazines, Almanacs, or the like, by way of abstract and review, give notice to the Public on, or notify it of, the nature, summarized content, and value of published works, which everyone remains free and unencumbered to do.
5. That when someone publishes a translation of a work, published outside this Republic, within the latter, as well as it is prohibited to anyone, on Punishments laid down in Art. 3,
243
heeft, en in de uitoeffening van welk Recht niemand hem mag benadeelen.
3. Dat derhalven wel uitdrukkelijk wordt verboden, zoodanig oorsprongelijk Werk, waarvan het Recht der Uitgave het Eigendom is van eenen ander, het zij na te drukken en te verkoopen, het zij, buiten deze Republiek nagedrukt, intevoeren, en te verspreiden of te verkoopen, op poene, dat hij, die eenigerhanden Nadruk van zoodanig Werk zal verspreid of verkogt hebben, zal incurreeren, voor de eerste reize, confiscatie van alle, binnen de Republiek, nog voorhanden zijnde ongedebiteerde Exemplaren van den Nadruk, ten profijte van den Eigenaar van den oorsprongelijken Druk, aan wien hij voords zal moeten betalen, de waarde of het beloop van twee honderd en vijftig Exemplaren van den echten Druk, te berekenen naar den verkoop-prijs; voor de tweede reize, boven en behalven het vorenstaande, eene somma ten bedrage van vijf honderd Exemplaren van den echten Druk, zullende dezelve komen ter helfte voor de algemeene Armen der Plaats, waar de calange geschiedt, en ter helfte voor den Gerechtelijken Aanklager, die de calange zal doen; voor de derde reize, boven en behalven dien, gestraft te worden met Bannissement buiten het Territoir der Bataafsche Republiek.
4. Dat op dezelfde Straffen, als bij Art. 3 zijn bepaald, ook verboden wordt, het verspreiden of verkoopen van eenigerhande Vertaling, Verkorting of Uitbreiding van eenig, in deze Republiek, uitgekomen oorsprongelijk Werk, zoo dat deszelfs inhoud, of geheel of voor een groot gedeelte, woordelijk worde overgenomen, ten zij met schriftelijke toestemming van den Eigenaar van hetzelve; onverminderd echter de vrijheid van elk Ingezeten, om, ter verspreiding van algemeen nuttige kennis in Letterkundige Werken, b.v. Magazijnen, Tijdschriften, Almanachen, of dergelijken, bij wijze van Uittrekzel en Beoordeeling, den aart, summieren inhoud, en waarde der uitkomende Werken, aan het Publiek te doen kennen of mede te deelen, als het welk bij dezen aan een iegelijk vrij en onverlet wordt gelaten.
5. Dat wanneer iemand eene Vertaling van een, buiten deze Republiek, in 't licht gekomen Werk, binnen dezelve uitgeeft, al mede aan elk en een iegelijk, op de Straffen, bij Art. 3 gestatu-