BULLETIN OF ACTS, ORDERS AND DECREES
OF THE KINGDOM OF THE NETHERLANDS
(No. 124.) ACT of 28th June 1881, regulating copyright.
We WILLIAM III , by the grace of God, King of the Netherlands, Prince of Orange-Nassau, Grand Duke of Luxembourg, etc., etc., etc.
All, who shall see or hear read, greetings! Inform:
We have thus taken into consideration, that with the repealing of the Act of 25 January 1817 (Bulletin of Acts, Orders and Decrees No. 5), it is necessary to lay down provisions regulating copyright in the Netherlands and the Dutch East Indies;
So it is that We have approved and decreed, having heard the advice of the Council of State and in consultation with the States-General (both Chambers of Parliament), as We hereby approve and decree:
Par. 1. Concept and scope of copyright.
Article 1.
The right to publish writings, pictures, maps, musical works, dramatic works and oral presentations, as well as to execute or perform dramatic-musical works and plays in public, is reserved to the author and his assignees.
Any execution or performance accessible against payment, be it once or multiple times, even if additionally a ballotage is demanded, will be considered an execution or performance in public.
STAATSBLAD
VAN HET
KONINGRIJK DER NEDERLANDEN
(No. 124.) WET van den 28sten Juni 1881, tot regeling van het auteursrecht.
Wij WILLEM III, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is, met intrekking der wet van 25 Januari 1817 (Staatsblad no. 5), bepalingen vast te stellen tot regeling van het auteursrecht voor Nederland en Nederlandsch Indie;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Par. 1. Begrip en omvang van het auteursrecht.
Artikel 1.
Het recht om geschriften, plaat-, kaart-, muziek-, tooneelwerken en mondelinge voordrachten door den druk gemeen te maken, alsmede om dramatisch-muzikale werken en tooneelwerken in het openbaar uit- of op te voeren, komt uitsluitend den auteur en zijnen rechtverkrijgenden toe.
Met eene uit- of opvoering in het openbaar wordt gelijk gesteld elke uit- of opvoering, die tegen betaling, voor eens of voor meermalen, toegankelijk is, zelfs dan wanneer bovendien eene ballotage gevorderd wordt.