BULLETIN OF ACTS AND DECREES OF THE
UNITED NETHERLANDS.
(No. 6.) DECREE of the 24th of January 1815, No. 12, with provisions to secure the right of property to those who wish to publish a translation of foreign works.
We WILLIAM I, by the grace of GOD, Prince of Orange-Nassau, Sovereign of the United Netherlands, etc., etc., etc.
Considering that the provisions laid down in art. 11b of the Decree, regarding the book trade, of 24 January 1814, No. 1 (see Bulletin of Acts, Orders and Decrees of the year 1814., No. 17), serving to prevent the translation of one and the same work, from ignorance, being undertaken, arranged, or published by two or more different booksellers or book printers, has proven, in practice, not to answer sufficiently to the objective in all cases, since the local newspapers are not read, or available, everywhere;
Having considered the request to this regard made of Us by several booksellers and book printers;
And given the recommendation from Our Secretary of State of the Interior of this 19th, No. 14;
Have approved and decreed to provide, by expansion of art. 11b. of Our Decree of 24th January 1814, No. 1, that anyone who intends to notify the public of a translation of a foreign work, in any language, and to reserve himself the ownership thereof,
STAATSBLAD DER VEREENIGDE NEDERLANDEN.
(No. 6) Besluit van den 24sten Januarij 1815, no. 12 , met voorschriften tot verzekering van het regt van eigendom aan hun die, van buitenlandsche werken, eene vertaling willen uitgeven.
Wij WILLEM, bij de gratie GODS, Prinse van Oranje-Nassau, Souverein vorst der Vereenigde Nederlanden, enz., enz., enz.
In aanmerking nemende, dat de bepalingen bij art. 11b van het besluit, omtrent den boekhandel, van 24 Januarij 1814, no. 1, (zie staatsblad d'Ao. 1814, no. 17), vastgesteld, strekkende, om voortekomen, dat de vertaling van een en hetzelfde werk niet, uit onwetenheid, door twee of meer onderscheidene boekverkoopers of boekdrukkers worde ondernomen, bewerkstelligd of uitgegeven, bij ondervinding gebleken zijn, niet in alle gevallen genoegzaam aan het oogmerk te beantwoorden, vermits de plaatselijke couranten niet overal gelezen worden, of verkrijgbaar zijn;
Overwogen het verzoek door onderscheidene boekverkoopers en boekdrukkers, te dezen opzigte aan Ons gedaan;
En gezien de voordragt van Onzen Secretaris van Staat voor de Binnenlandsche zaken, van den 19den dezer, no. 14;
Hebben goedgevonden en verstaan, om, bij ampliatie van art. 11b. van Ons besluit van den 24sten Januarij 1814, no. 1, te bepalen, dat een ieder, die voornemens is van eenig buitenlandsch werk eene overzetting, in welke taal ook, aan het publiek medetedeelen, en er zich den eigendom van te verzekeren,