are the property of one or more of the undersigned, and procure the documentation necessary by law to this effect.
2.
Although each of the undersigned is obliged and held to do his part to ensure that this is observed by them collectively, they authorize, nevertheless, from amongst themselves, the booksellers A. Loosjes, Pz. in Haarlem, D. du Mortier in Leyden, and J.v.d. Heij in Amsterdam, to do, on behalf of the association, all the preparatory investigations, which might be thought necessary in this; while of those three is also demanded to make sure that this association, however much made up from different people, in this works with the same firmness as a single individual.
3.
Having obtained some and sufficiently complete evidence under art.1, secured according to the Acts, that some work, of one or more of the undersigned, is copied without authorization, that Copyer, or seller of those copies will be prosecuted, at joint expense, and sustain the proceedings necessary to the end, and furthermore, all that is possible will be done to ensure that these are concluded as succinctly and speedily as possible.
eigendom zijn van een of meer der ondergeteekenden, en de in regten noodige bescheiden hiertoe, zich aanschaffen.
2.
Ofschoon ieder der ondergeteekenden verpligt en gehouden is, het zijne toe te brengen, dat door hen gezamentlijk hieraan voldaan worde, zoo magtigen zij onderling, desniettegenstaande, uit hun midden, de Boekverkoopers A. Loosjes, Pz. te Haarlem, D. du Mortier te Leijden en J. v. d. Heij te Amst., om, namens deze associatie, alle preparatore recherches te doen, welke ten dezen zouden kunnen worden noodig geoordeeld; terwijl aan die drie tevens wordt gedemandeerd, om te zorgen, dat deze associatie, hoezeer uit verschillende personen bestaande, met dezelfde fermiteit, als een enkeld individu, ten dezen werkzaam zij.
3.
Eenige en genoegzame volledige bewijzen, volgens de wetten gevorderd, ingevolge art. 1 in handen bekomen hebbende, dat een of ander werk, van een of meer der ondergeteekenden, is nagedrukt, zal men voor gemeene Rekening, dien Nadrukker, of verkooper van die nadrukken, in Regten vervolgen, en de procedures, hiertoe noodig, gehouden zijn, vol te houden, ten einde toe, en zal men daarenboven alles aanwenden, dat mogelijk is, om te zorgen, dat zulks zoo kort en spoedig mogelijk getermineerd worde.